Ixzelf in straatmagazine Sammy
- IXzelF
- 7 aug 2024
- 6 minuten om te lezen

„Bij iXzelF laten we bewoners merken dat wij naast hen staan, niet erboven”
Tegen de voordeur is een bord geschroefd. Verboden toegang, artikel 461 Wetboek van Strafrecht. Het wekt geen uitnodigende aanblik, en dat is nou net de bedoeling volgens Frank van den Hout, algemeen directeur van iXzelF bv. „We zijn geen open huis voor drugdealers en ander gespuis. Want in onze beschermde groepswoning werken hulpbehoevende mensen keihard om hun leven weer op de rit te krijgen.”Op een druilerige vrijdagochtend belt Sammy aan bij een keurige, grijs gesausde laagbouw in een verder niet zo chique woonwijk van Tilburg. De spreekwoordelijke zon begint te schijnen als bewoner Jack de deur opent en ons allervriende lijkst begroet. Even later ontmoeten we manager Ilse Adriaanse, die vraagt of het bezwaarlijk is dat we eerst met bewoners André en Jack praten, en daarna met haar en directeur Frank. Reden van de omgekeerde agenda: zij wil de „spanningsboog” van de bewoners niet onnodig lang oprekken. Natuurlijk gaan we akkoord.
Geen rugzakje, maar plunjebaalIn hun tienjarig bestaan heeft het team van iXzelF naast successen ook heftige voorvallen meege maakt. Gebeurtenissen die ze wel aan ons willen toevertrouwen, maar niet aan het papier. Wat vraagt dat van hulpverleners? Ilse: „Gekscherend roepen we: ‘Om bij ons te kunnen werken moet je geen rugzakje meedragen, maar een hele plunjebaal’.” Frank vult aan. „Iedereen in ons team heeft eelt op de ziel. Die stevigheid is noodzakelijk ter bescherming van jezelf. Je mag gerust eens een dag van slag zijn, maar dan moet je verder.”Het is niet toevallig dat bewoners Dirk en Jack hoog opgeven over de begeleiding door iXzelF. Ilse: „Wij laten bewoners merken dat wij naast hen staan, niet erboven. Dus wij werken zo min mogelijk vanuit een machtsverhouding. Bewoners bepalen zelf aan welke doelen zij willen werken met hun persoonlijk begeleider.” Om uiteindelijk weer mee te draaien in het arbeidsproces en de samenleving? Frank: „Hoewel er sporadisch wel eens iemand uitstroomt, is dat voor het gros te veel gevraagd.” Ilse: „Denk eerder aan het aanleren van structuur. ’s Ochtends opstaan. Dagelijks douchen. Koffiedrinken met de begeleiding. Kleine stapjes, grote overwinningen.”
Scherp randjeDrie kwartier en twee bijzondere getuigenissen later, is het tijd voor een tweede kopje koffie. Aange schoven zijn oprichter/directeur Frank en manager Ilse, die het eerste aanspreekpunt is en belast met de dagelijkse leiding. Intussen hebben we een aardige indruk gekregen van de doelgroep. Zeker niet de gemakkelijkste groep, beaamt Frank. „Aan iedereen die komt binnenwandelen zit wel een scherp rand je.” Mensen met een ‘complexe zorgvraag’, zoals het op de website zo mooi heet. De praktijk is weerbar stiger. „Ze kampen met schizofrenie, borderline, autisme, anti-sociaal gedrag. Vaak boven op versla vingsproblematiek of een verstandelijke beperking. Mensen die worden uitgekotst door hun omgeving, die tegen een gesloten deur lopen bij collega’s in het werkveld; daarmee werken wij. Voorbij iemands stoornis en beperking, kijken en vragen wij: wie zit er voor ons? Een grote bereidheid om af te kicken en je te laten helpen telt zwaar!”
André keerde dope, drank en narigheid de rug toe.
Zijn armen blijven het hele gesprek gekruist voor de borst. Toch is bewoner André* allesbehalve een gesloten mens. „Ik maak nergens een geheim van en ik maak het niet mooier dan het is.” Dus horen we zijn levensgeschiedenis in een rauwe, onversneden versie. Dat hij een leven van detentie achter de rug heeft. Dat hij al jong verslaafd raakte aan alcohol en drugs. En dat het tegenwoordig goed met hem gaat.
Met een pistool op zak reed hij transporten voor een beruchte Brabantse drugsbaron. De beloning was astronomisch, de celstraf eveneens. Nog voor de jonge André aan rijlessen toe was, had hij al een veroordeling van vijftien jaar te pakken. Hij ging clean de gevangenis in en kwam er verslaafd weer uit. „Binnen is meer drugs te krijgen dan bui ten. Het hielp me om de dag door te komen.” Hoe eentonig het gevangenisleven veertig jaar geleden was? Amusement in de bajes bleef beperkt tot ‘distributieradio’ met slechts een handvol zenders.
Niemand is schuldig We maken een grote sprong. In 2014 wordt André veroordeeld tot een Inrichting voor Stelselmatige Daders (ISD). Een maatregel om de maatschappij langere tijd te beschermen en daders individuele zorg te bieden. Dan volgt ook zijn dubbele diag nose: een psychische aandoening gecombineerd met verslaving. Na opname in een GGZ-instelling verschijnt iXzelF op zijn pad. „Ik stond met mijn rug tegen de muur. Als ik deze kans niet had aangegre pen, was ik er nu niet meer geweest.”Is het getroebleerde leven dat hij leidde te verklaren aan de hand van zijn jeugd of omstandigheden? André wil er niets van weten. „Nee, al was ik op paleis Soestdijk geboren. Ik geef niemand ergens de schuld van. Alles begint bij jezelf: het probleem, maar ook de oplossing.” Stok achter deurAndré kan er met zijn pet niet bij dat mensen met een verslaving kostbare klinieken bezoeken in Zuid-Afrika. Nuchter worden en blijven is volgens hem niet heel ingewikkeld. „Ik hou zielsveel van mijn dochter en mijn kleinkinderen. Wil ik hen blij ven zien, dan moet ik een keuze maken: niet meer drinken en dat spul niet meer in m’n neus douwen. Wél heb ik een stok achter de deur nodig.” Die ‘stok’ is het strenge, ondubbelzinnige protocol dat iXzelF hanteert. Inmiddels is André een over tuigd geheelonthouder, die zich tevens opwerpt als huisvader. „Probeer hier geen wietje te roken op de wc, want dan ben je de mijne.”André vergezelt oprichter Frank bij lezingen op scholen en zorgopleidingen om studenten te infor meren en waarschuwen. „Mijn boodschap? Blijf uit de buurt van dope en gevangeniswezen. Je begint met een blowtje, maar daar blijft het niet bij.” André kent de gevolgen, en heeft de wereld van dope, drank en narigheid de rug toegekeerd. „Ik ben nu 63 en tien jaar clean. Ik geniet van het leven en ik ga hier niet meer weg."
Bij iXzelF vond Jack rust, warmte en ‘familie’.
Zo vriendelijk als hij de deur voor ons opende, zo vrolijk schuift hij aan bij ons aan tafel. Jack van de Wier heeft vandaag een goede dag. Mindere dagen heeft hij ook, en dat heeft alles met zijn ziektebeeld te maken.
Interviews zijn geen dagelijkse kost voor Jack. Fijn dat Ilse naast hem zit als een steuntje in de rug. In een hoog spreektempo en ietwat binnensmonds doet hij zijn verhaal uit de doeken. Tientallen ja ren leidt Jack een tamelijk rimpelloos leven totdat de grootscheepse renovatie van zijn woonflat in Tilburg Noord hem teveel wordt. „Een half jaar hak ken en breken, verdieping na verdieping. Om niet gek te worden van de herrie, begon ik te drinken, steeds meer.” Door vrienden laat hij zich verleiden tot het gebruik van soft- en harddrugs. Hij verliest de controle en verspeelt zijn appartement. „Ik had negen maanden huurachterstand opgelopen. ‘Je moet weg uit deze flat”, zei mijn bewindvoerder. Met een boodschappentas vol persoonlijke bezittingen vertrok ik.”
Goede oude dagZeven jaar later. Jack heeft een lange weg afgelegd. Gezworven en op straat geleefd. Verbleven in een daklozenopvang. Gewoond in een woongroep van de GGz. Het beviel hem matig tot slecht. Tot hij werd opgemerkt en omarmd door iXzelF. „Bijna twee jaar nu. Het liefste blijf ik hier wonen, net als André. Ik hoor erbij, ik voel de warmte.” Alcohol en middelen heeft hij goeddeels afgezwo ren. „Tabak rook ik nog – om te ontspannen. En heel af en toe heb ik een terugval: dan vat ik een pilsje.” Maar Jack is vastbesloten om niet opnieuw in zijn oude verslavingen te vervallen. „Ik wil een goede oude dag. En trouwens, zo oud ben ik nog niet”, lacht hij. Jack is 60 en vanwege versleten ruggenwervels aangewezen op een scootmobiel. Hij is gediagnos ticeerd met schizofrenie, waarvoor hij medicatie slikt. Soms raakt hij overprikkeld door de veelheid aan indrukken in het gebouw, en dan glipt hij naar buiten. Niets staat zijn geluk in de weg. „Hier voel ik me thuis, opgenomen door medebewoners en medewerkers. Ze zijn als familie voor mij.” Jack ge niet van de kameraadschap en de sociale contacten. „Terwijl ik mij in het begin terugtrok en stilletjes op mijn kamer bleef zitten.” Ilse grapt: „Tegenwoordig ben je niet meer weg te slaan, en moeten we je naar je kamer sturen.”
Comments